Ontbrekende achtergrond
Paus Franciscus heeft net voor de jaarwisseling (op Kerstavond) het heilig jaar 2025 geopend. Hij opende de heilige deur in de Sint Pieter in Rome en ging er doorheen. Dat had hij reeds aangekondigd in mei van het vorige jaar. Sindsdien is er in de Nederlandse parochies niet veel aandacht voor geweest. Natuurlijk hoorde je, dat het er aan zat te komen. Maar wat een heilig jaar inhoudt, welk belang eraan gehecht moet worden en voor wie het is bedoeld, dat kwam nauwelijks voor het voetlicht. Dat is jammer. Want hoe kan een oude kerkelijke traditie betekenis voor je krijgen, als de achtergronden ervan ontbreken? Wanneer en waarom is het ooit begonnen, hoe is het in de loop van de tijd ingevuld en op welke manier kan het vandaag de dag worden beleefd? Tijd voor een poging tot reparatie dus.
Prachtige regeling
Het heilig jaar 2025 is er één in een lange rij. De oorsprong van het gebruik ligt ver voor het begin van onze jaartelling. In één van de vijf boeken van Mozes staat een bijzondere passage (Leviticus 25,10): ‘Ieder vijftigste jaar moet een heilig jaar voor u zijn; dan moet ge in het land afkondigen dat alle bewoners hun slaven vrijlaten. Het moet een jobeljaar voor u zijn; iedereen wordt hersteld in zijn vroeger bezit en keert terug naar zijn familie.’ Het idee is prachtig en in die tijd ongekend. Vanuit God gezien, is al het goede en schone en ook de materiële rijkdom op deze aarde bestemd voor alle mensen. Maar steeds als mensen met elkaar samenleven, raken de onderlinge verhoudingen verstoord en doet onrechtvaardigheid zijn intrede: de verdeling van het goede, het schone en de materiële rijkdom klopt niet. Daarom is er om de vijftig jaar een herstelbeweging nodig. Dan moeten de Israëlieten hun samenleving opnieuw inrichten vanuit Gods idee van rechtvaardigheid. De bescherming van de zwakken gold daarbij als het uitgangspunt.
Het verschil tussen jobel en jubel
Het Hebreeuwse woord ‘jobel’ betekent ‘ramshoorn’, een soort trompet met een dragend geluid dat ‘iedereen’ bereikt. Aan het begin van het genadejaar moest de ramshoorn worden geblazen, opdat iedere gelovige zou weten dat het heilig jaar is aangebroken. Het woord ‘jubelen’ is echter afkomstig van het Latijnse ‘iubilare’, dat ‘juichen’ betekent. Het eerste deel van het woord ‘jubeljaar’ komt dus niet van ‘jubelen’ maar verwijst naar het geluidssignaal op de ramshoorn.
Het eerste heilig jaar
Wij weten niet of het oude Israël de gedachte van een hersteljaar ooit in praktijk heeft gebracht. Wel komen wij het idee later in de bijbelse geschiedenis weer tegen. De profeet Jesaja schrijft erover en als Jezus aan zijn openbare leven begint, gebruikt Hij vergelijkbare woorden (Lucas 4,18-19): ‘De geest des Heren is over mij gekomen, omdat Hij mij gezalfd heeft. Hij heeft mij gezonden om aan armen de Blijde Boodschap te brengen, aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken, en aan blinden, dat zij zullen zien; om verdrukten te laten gaan in vrijheid, om een genadejaar af te kondigen van de Heer.’ En zo koppelt Jezus het genadejaar aan zijn optreden en aan zijn opdracht. Het is paus Bonifatius VIII die zich in het jaar 1300 geconfronteerd ziet met veel ellende voor de mensen door oorlogen en een pestepidemie. Het brengt hem ertoe een genadejaar af te kondigen en christenen te vragen om naar Rome te pelgrimeren om de pauselijke zegen te ontvangen. Vanaf dan wordt de traditie van het heilig jaar volgehouden tot in onze tijd. Sinds 1400 gebeurt het meestal om de 25 jaren. De oorspronkelijke betekenis van het jobeljaar (het herstel van goede verhoudingen in de samenleving) is bij de instelling van het heilig jaar niet meer aan de orde. Een beweging van ‘herstel’ is er echter wel. Die richt zich ook in het heilig jaar 2025 op de individuele gelovige.
Vrijheid als voorwaarde
Een mens in onze tijd heeft niet meteen het idee dat er in het eigen bestaan veel hersteld moet worden. ‘Wat moet er dan beter?’, is de verbaasde vraag. Meestal gevolgd door de opmerking, dat wij iedereen toch vooral vrij moeten laten (vrij vertaald: bemoei je met je eigen zaken). Toch mis je zo de kern van de boodschap. Het heilig jaar is geen zaak voor zomaar iedereen. Paus Franciscus stelt het heilig jaar in als een aanbod aan elke katholiek die werk wil maken van zijn of haar geloof. Niet om te betuttelen of iemands vrijheid in te perken, maar om een weg aan te reiken die tot verdieping en inspiratie kan leiden. Je kunt er in alle vrijheid voor kiezen om die weg te gaan. Sterker, die vrijheid is zelfs een voorwaarde voor het slagen ervan.
Waar zit het tekort?
Er zijn weinig katholieken die de tien geboden niet als basis erkennen voor het kiezen tussen goed en kwaad. De lastigheid begint, wanneer wij proberen eraan te voldoen. De ergste misstappen vermijden lukt ons nog wel. Dat is fijn en prijzenswaardig. Maar ben je er dan? Dit zijn de dingen die je niet doet. Maar wat doe je dan wel? De twee eerste van de tien geboden roepen om actieve inzet. Ons wordt gevraagd God te dienen met heel ons hart, onze ziel en ons verstand. En de naaste te dienen als onszelf. Anders gezegd: wij moeten de belangen van God in deze wereld behartigen. En precies daar lopen wij tegen onze grenzen aan. Ons tekort bestaat erin, dat wij ons nauwelijks bezighouden met de zaak van God.
Alles en altijd
Paus Franciscus zei het op Kerstavond op zijn eigen manier. Iedereen die ervoor kiest om de gang door de heilige deur te maken, drukt daarmee uit dat hij of zij de zaak van God wil dienen en tot een hartszaak wil maken. Tegelijk mag die pelgrim erop vertrouwen, dat zijn tekortschieten in het dienen van de zaak van God hem of haar is vergeven. In de woorden van onze paus: ‘God vergeeft alles en altijd.’ Het wordt kwijtgescholden om ruimte te maken en energie te geven. Het heilige jaar 2025 en die heilige deur zijn geen holle frasen. Zij zijn een zaak van doorleefd geloof. Zij helpen gelovige mensen om in de goede verhouding met God te geraken. Opdat wij onszelf weer durven te zien als kinderen van God met een opdracht in deze wereld.
Geen mens vergeten
Niet iedere katholiek geniet het voorrecht om in 2025 een pelgrimage naar Rome te kunnen maken. Maar in dat gemis wordt voorzien. In Rome is zelfs een deur in de gevangenis als heilige deur toegankelijk geworden voor gedetineerden. Buiten Rome zijn in heel de wereld kerken aangewezen waar men het heilig jaar kan beleven door deel te nemen aan de Eucharistieviering, het sacrament van boete en verzoening te ontvangen en te bidden voor de intenties van paus Franciscus. Ook in Nederland zijn naar Romeins voorbeeld kerken aangewezen. Onze basiliek in Zwolle is er één van. Dan zijn er vele mensen die niet zelf naar de kerk kunnen komen: denk aan kloosterlingen, senioren, zieken, gevangenen en zorgverleners in ziekenhuizen en andere zorginstellingen. Voor hen volstaat het om via de media mee te leven met vieringen en op de plaats waar zij verblijven het Onze Vader en de Geloofsbelijdenis te bidden. Want, zo is de overtuiging van paus Franciscus, in dit heilig jaar mag niemand verstoken blijven van de genade van God.
André van Boven
Zie voor meer informatie >>Jubeljaar 2025 – Rooms-Katholieke Kerk Nederland