Ontstaan Agnietengemeenschap in Elburg
Het ontstaan van de geloofsgemeenschap van Elburg is van kort voor de 2e wereldoorlog. Na deze oorlog was er ook in Elburg een gestage groei van katholieken. In 1950 woonden er in Elburg twintig rooms-katholieke gezinnen. Het aantal katholieke gezinnen nam toe door de komst van de kazernes. De aanleg van de Flevopolders heeft er ook toe bijgedragen dat er meer mensen in Elburg en omgeving kwamen wonen. Onder hen ook een aantal katholieken. De gelovigen waren georiënteerd op de Franciscuskerk in Nunspeet, maar de afstand was voor menigeen te groot. De meeste kinderen van deze gezinnen gingen in Nunspeet naar de Franciscus school. In zo’n kleine gemeenschap groeide de wens om in de eigen woonplaats de mis te kunnen bijwonen en door gezamenlijk de schouders eronder te zetten werden de eerste eucharistievieringen gehouden bij iemand in de huiskamer.
De vieringen werden verzorgd door Norbertijnen van de Essenburgh in Hierden. Zo’n huiskamer wordt al snel te klein. Bij de gemeente wist men het voor elkaar te krijgen om de voormalige Synagoge in Elburg te mogen gebruiken als kerkruimte. Een uniek gebeuren: eucharistievieringen in een joodse synagoge. Het gebouw mocht tegen een huur van Fl. 3,50 per zondag gebruikt worden. Velen waren zo enthousiast, dat men ging denken om een eigen permanente ruimte te zoeken. De geloofsgemeenschap breidde zich uit. Men hechtte veel waarde aan een tegenhanger in het toch overwegend protestante bolwerk. Daartoe werd besloten om gelden in te zamelen in een doorlopende actie. Deze actie, die startte in 1959, werd “De Vergeten Hoek” genoemd. Met de ingezamelde gelden werden uiteindelijk de fundamenten gelegd voor wat nu het Agnietencentrum is. Doch voor die tijd had het bisdom al grond gereserveerd aan de Vackenordestraat, ervan uit gaande dat er voldoende vermogen kwam met de “bedel-actie”. Omdat er meer kerkelijke activiteiten georganiseerd werden zoals catechese voor jongeren, eerste heilige communie, vormsel en dopen werd er een parochieraad opgericht. Deze raad groeide uit tot 7 personen. Ieder had zijn taak en vele handen maken licht werk. De geloofsgemeenschap groeide verder en de parochieraad vond een nieuw onderkomen in de kerkzaal van de Ichtuskerk. Een kostersgroep werd opgericht, want zolang er geen eigen ruimte was moest er geïmproviseerd worden. Elke zondag werd het altaar opgebouwd. Bloemen werden verzorgd en de pastoor zelf hoefde alleen in de eucharistie voor te gaan. De pastoor verkleedde zich achter een gordijn en als het gordijn wapperde, stopte het orgel. De viering begon en alle kerkgangers samen vormden het koor. Een eigen koor hebben we ook nooit gehad. De gemeenschap vormde het koor. Ook de kindernevendienst deed zijn intrede. Men begon steeds meer te verlangen naar een eigen ruimte. Doch ook de gemeenschap van de Ichtuskerk groeide. Zij hadden hun kerkzaal nodig en na enkele jaren verhuisden we naar een zaal in het gemeenschapscentrum “t Huiken”. Daar vormde zich onder leiding van de parochieraad een kerngroep die zich ging inzetten voor de bouw van een Katholieke School. Intussen werden we door de toenmalige pastoor van Rooy erop gewezen, dat er in de toekomst een priestertekort zou komen; het was 1982!! Onder zijn leiding hebben toen 8 parochianen een cursus gevolgd om voor te gaan in W&C vieringen. De nieuwe school werd intussen realiteit. Aan de Agnietenschool vast werd het huidige Agnietencentrum gebouwd. Bestaande uit een multifunctioneel deel en een sacraal deel. Vele parochianen hebben zich ingezet. Uit de geloofsgemeenschap werd een schoolbestuur, een medezeggenschapsraad en een groep van overblijfmoeders in het leven geroepen. Vele parochianen hadden op een of andere wijze een taak. Dat maakte de saamhorigheid die nodig is om iets op te bouwen.
In het kerkcentrum hangen borduurwerken die de toekomst en het verleden weergeven. Daarop de namen van de kinderen die er gedoopt zijn. Maar ook hangen er borduurwerken van degenen die overleden zijn, sinds de opening van ons kerkcentrum. Jammer dat het aantal dopen al jaren niet meer plaats vindt en het aantal overledenen gestaag doorgaat. Ook onze geloofsgemeenschap krimpt en vergrijst met de tijd.