In dit artikel ga ik nader in op het thema van de Lourdesbedevaart, waarvan pelgrims uit onze parochie zzijn teruggekeerd. Dat thema is/was: ‘Met Bernadette de Rozenkrans bidden’.
‘Wees Gegroet, Maria, vol van genade, de Heer is met U, Gij zijt de Gezegende’.
Ik wil eerst iets zeggen over (de eerste beden van) het Wees Gegroet, woorden van de engel uit Lukas 1. U ziet hiernaast een moderne af-beelding van de boodschap van de engel aan Maria. Een prent die Beate Heinen zo’n 25 jaar geleden maakte. Wat opvalt, is de deur, die rechts op de afbeelding opengaat. Het licht van de andere kant van de deur is onderaan zichtbaar, maar vooral de klink van de deur is naar beneden: iemand wil binnenkomen. Hij/zij straalt licht uit. Maria is afgebeeld als een dienst-maagd: haar hele houding is die van dienstbaarheid (dienstmeisje) en zij heeft een gezicht vol verwachting.
‘Wees Gegroet, Maria’, zegt de engel, ‘kaire‘ in het Grieks, dat betekent: ‘Verheug u!‘ Geen groet als ‘Hallo, hoe gaat het?’, maar ‘goed nieuws! ‘God heeft je be-genadigd!’ Daar wordt het Griekse woord ‘charis’ ge-bruikt, in het Latijn ‘gratia’, dat betekent ‘genade’ en ook ‘dankbaarheid’ (het zit ook ingesloten in het woord eu-charis-tie). In onze taal komt dat terug in het woord ‘gratie’, dat enerzijds ‘schoonheid’ betekent en ander-zijds kwijtschelden van schuld, gratieverlening.
‘De Heer is met U’ wordt in de Bijbel op beslissende momenten gezegd als God zich kenbaar maakt aan Mozes in Exodus 3 met Zijn Naam: ‘Ik ben met U‘. Als Jezus zijn leerlingen uitzendt bij de Hemelvaart: ‘Ik ben met jullie tot aan de einden der aarde’. ‘Gij zijt de Gezegende’, nog zo’n Oudtestamentisch woord. De aartsvaders zegenen hun oudste zonen, de stam-houders en dragen daarmee de kracht van God over. In het Nieuwe Testament komt het woord maar tien keer voor. Jezus is de Gezegende, die komt in de Naam des Heren. In Mattheüs 25 zegt Hij bij het oordeel: Komt, gezegenden van Mijn Vader’. Als wij al deze woorden noemen bij het Wees Gegroet en we beamen ze in het tweede deel, dan vragen we om de voorspraak van Maria, dat God ook in ons leven reddend aanwezig mag zijn. Dat wij ons verheugen, dat God ook in ons leven met ons is en ons kracht geeft, ons zegent. Het Wees Gegroet bidden we dus tot Maria, maar het gaat om het geloof dat God haar Redder is en onze Redder is: daar bidden we voor.
In de Rozenkrans gaat het om God en Christus
Dat het bij de Rozenkrans om God en Christus gaat, via Maria, dat zie je ook aan de ‘opbouw’ van het Rozenhoedje. Aan het begin van de Rozenkrans, aan het ‘staartje’, zit een kruisje. Bij het begin van de rozenkrans houden we het kruisje vast en maken we een kruisteken en zeggen: ‘In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest’ en we spreken daarna de geloofs-belijdenis uit: we belijden ons geloof in de Drieëne God. Daarna zeggen wij de lofprijzing, de doxologie: ‘Eer aan de Vader, de Zoon en de Heilige Geest….” en we bidden bij de eerste kraal het Onze Vader. Bij de drie kralen, die dan volgen, nog aan ‘het staartje’ dus, bidden wij driemaal het Wees Gegroet tot Maria. Wij heffen elk van die drie eerste wees gegroeten aan met een titel voor Maria gerelateerd aan de Drieëne God. “Ik groet U, Maria, Dochter van God”; “Ik groet U, Maria, Moeder van God de Zoon.”; “Ik groet U, Maria, Bruid van God de Heilige Geest” .
Na die drie wees-gegroeten volgt weer de lofprijzing aan de Drieëne God en komt weer een Onze Vader. Kortom: voordat we aan de eigenlijke rozenkrans met 5 x 10 wees gegroeten beginnen, gaat het eerst en vooral over ons geloof in God. Ook voor/na elk tiental wees ge-groeten, zeggen wij de Lofprijzing en het Onze Vader. Wij groeten Maria, maar wij willen eigenlijk via haar, op haar voorspraak, met God in gesprek komen. Ik heb daarbij wel eens het beeld van de telefoon gebruikt: wij bellen op naar de hemel om God te spreken, vragen dat Hij tot ons spreekt, maar wij hopen dat Maria de telefoon aanneemt en de telefoon doorgeeft aan God. Dat is ons uiteindelijke doel.
‘De Geheimen’; over Jezus’ leven
Meestal bidden wij een ‘Rozenhoedje’, dat is één keer de rozenkrans rond met dus 5 x 10 wees gegroeten. Het hele ‘Rozenkransgebed’ bestaat echter uit 4 rozen-hoedjes, 4 x 5 tientjes dus. Ieder tientje wordt ingeleid met het noemen van ‘een geheim’, dat we overdenken tijdens het bidden van de 10 wees gegroeten. In totaal zijn er 20 geheimen dus. Zij handelen alle over het leven van Jezus. Tijdens het bidden van de Rozenkrans overdenken wij wie Christus is. Daar we meestal niet dat volledige rozenkransgebed bidden, maar een rozen-hoedje met 5 tientjes, overdenken wij vijf geheimen, horend bij de dag van de week of bij de tijd van het kerkelijk jaar. Zo zijn er de ‘blijde geheimen’ voor de kersttijd, over de geboorte van Jezus; de ‘droevige geheimen’ over Zijn lijden en dood (veertigdagentijd); de ‘glorievolle geheimen’ over Pasen, Pinksteren en de Ten hemelopneming van Maria. Paus Johannes Paulus II heeft vrij recent de ‘geheimen van het licht’ aan toegevoegd, over 5 ‘hoogtepunten’ uit Jezus’ openbare leven (van Doop tot Laatste Avondmaal).
Zo bidden wij tot Maria, maar wij denken aan Jezus en richten ons tot God, zodat God ook tot ons mag spreken: ‘Wees gegroet, begenadigde, Ik ben met u/jou…‘
Pastoraal Werker Jan Vernooij