Bij het Feest H. Familie (29 december)

Dichter bij de psalmen; psalm 105

Prijs de Heer, verkondig zijn daden,
spreek over de wonderen die Hij heeft verricht.
Wees blij met de Heer, zie uit naar zijn trouw,
zoek zijn gelaat, hij, Abrahams kinderen.
De Heer die we prijzen, Hij is onze God.
Hij heeft een verbond gesloten met ons,
het verbond eens gesloten met Abrahams stam,
een belofte, die duurt ook in duizend geslachten.
Klein zij ze begonnen, maar hij was met hen.
Als vreemden en zwervers woonden ze onder de volken.
De Heer heeft het steeds voor hen opgenomen:
‘Raak mijn gezalfden niet met één vinger aan!’
Toen heeft Hij voor hen uit een man naar Egypte gezonden:
Jozef, verkocht als een slaaf en in boeien geslagen.
Maar het woord van de Heer werd bewijs voor zijn onschuld;
Hij werd groot en gezagvol, door allen geëerd.
Toen is Jacobs volk naar Egypte gekomen,
een klein volk werd groot in macht en getal.
Egypte werd bang, de gastvrijheid ging voorbij,
Gods volk werd een last, zijn vrijheid belaagd.
Daarop heeft Mozes tot hen gezonden.
De kracht van de Heer stelde tekens in Egypte.
Duisternis viel over het land en water werd bloed,
Het volk werd geteisterd door allerlei plagen.
Hun wereld ging te gronde aan eigen bederf,
Eerstgeborenen dood, volk beroofd van zijn kracht.
Toen heeft Hij zijn volk uit Egypte geleid.
Hij was hun bescherming in wolk en vuur.
Er was vlees, brood en water in een uitgedroogd land.
Hun gebed werd verhoord, Hij ging voor hen uit.
Hij schonk hun een land als hun blijvend bezit,
opdat zij zijn geboden eeuwig zouden gedenken.
Altijd bleef Hij indachtig zijn heilig woord,
Gegeven aan Abraham voor immer en eeuwig.
Halleluja!

Gerard Beckers

Reacties zijn gesloten.